• vrij·geest
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijgeest vrijgeesten
verkleinwoord

de vrijgeestm

  1. iemand die in zijn rationele denken niet geremd wordt door dogma of godsdienst
     De Franse filosoof, schrijver en historicus Voltaire (1694-1778) was een spraakmakende vrijgeest die kerk, godsdienst en bestaande orde op de korrel nam.[2]
72 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vrijgeest die kerk en monarchie tartte” (17-05-2006), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be