vrieskast
- vries·kast
- In de betekenis van ‘apparaat om levensmiddelen in te vriezen’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
- samenstelling van vries en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrieskast | vrieskasten |
verkleinwoord | vrieskastje | vrieskastjes |
- een koelapparaat dat koelt tot een temperatuur (ver) beneden het vriespunt
- Vlees en andere bederfelijke voedingswaren moet je in een vrieskast bewaren.
- Het woord vrieskast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrieskast" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vrieskast" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be