vouw dubbel
- Geluid: vouw dubbel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑu ˈdʏbəl / (3 lettergrepen)
- vouw dub·bel
- uit vouw (werkwoord) en dubbel (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
dubbelvouwen |
vouw (…) dubbel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelvouwen
- Ik vouw dubbel.
- gebiedende wijs van dubbelvouwen
- Vouw dubbel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelvouwen
- Vouw je dubbel?
- Het woord vouw dubbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.