• voor·trek·kers·rol
enkelvoud meervoud
naamwoord voortrekkersrol voortrekkersrollen
verkleinwoord

de voortrekkersrolv / m

  1. iets of iemand die als eerste iets doet dat later navolging krijgt
     Ze had - zonder dat ze misschien die voortrekkersrol wilde - vooropgelopen in de strijd voor gelijkheid in de schaatssport.[1]
     De koplopers waren vooral bedrijven die binnen productketens een spilfunctie vervulden en daardoor een voortrekkersrol konden vervullen en andere bedrijven in de keten actief in hun strategie konden betrekken.[2]
  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026360930
  2. Jacqueline Cramer
    “Milieu” (2014), Amsterdam University Press  , ISBN 9789089647061