voortbewogen
- voort·be·wo·gen
- vervoeging van voortbewegen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van voort bw en bewogen ww
vervoeging van |
---|
voortbewegen |
voortbewogen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voortbewegen
- ...dat wij voortbewogen.
- ...dat jullie voortbewogen.
- ...dat zij voortbewogen.
- ...dat wij voortbewogen.
- voltooid deelwoord van voortbewegen
- Het woord voortbewogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.