Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·ruit·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorruitcamera voorruitcamera's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voorruitcamerav / m

  1. camera die op de voorruit van een auto gemonteerd is en zo beelden van het verkeer en de weg kan vastleggen
Synoniemen

Gangbaarheid