voorkeurshuwelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·keurs·hu·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorkeurshuwelijk voorkeurshuwelijken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het voorkeurshuwelijko

  1. soort huwelijk waaraan de voorkeur wordt gegeven b.v. in sommige culturen tussen neef en nicht

Gangbaarheid