• voor·bak·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorbakken
bakte voor
voorgebakken
zwak -t

gemengd

volledig

voorbakken [1]

  1. overgankelijk alvast vooraf bakken (soms alleen om het uiteindelijke bakken te bekorten)
    • Frieten voorbakken is nodig om de lekkerste friet te krijgen. Ze zien er niet alleen beter uit maar zijn ook krokanter