vonnissen
- von·nis·sen
- Afgeleid van vonnis.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vonnissen |
vonniste |
gevonnist |
zwak -t | volledig |
vonnissen
- inergatief (juridisch) een vonnis uitspreken
- De rechtbank vonniste conform de eis.
de vonnissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vonnis
- Het woord vonnissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vonnissen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be