Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volks·oor·log
enkelvoud meervoud
naamwoord volksoorlog volksoorlogen
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de volksoorlogm

  1. (oorlog), (demografie) een oorlog die door de bevolking zelf van een land wordt gevoerd (buiten het officiële leger om)
     Maar die regel, die voorbijgaat aan het moreel van de troepen, blijkt voortdurend onjuist te zijn en is vooral daar met de werkelijkheid in tegenspraak waar een buitengewoon sterke verbetering of een verslechtering in het moreel van de troepen optreedt, dat wil zeggen in alle volksoorlogen.[1]
     Die organisatie wilde de Peruviaanse regering omverwerpen en een communistisch revolutionair boerenregime naar Chinees voorbeeld vestigen. Daarbij werd naar goed maoïstisch gebruik buitensporig veel geweld gebruikt. In de 'volksoorlog' die Lichtend Pad ontketende, werden tienduizenden mensen vermoord.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2.   Weblink bron
    11-06-2014
    “Honderden lijken in massagraf Peru” (11-06-2014), NOS