• volks·le·ven
enkelvoud meervoud
naamwoord volksleven
verkleinwoord

het volksleveno

  1. het bestaan van de lagere klassen van een samenleving
     Er woonden maar weinig landeigenaren in dit gebied en dus waren er ook maar weinig lijfeigen huisbedienden die konden lezen en schrijven, en in het leven van de boeren in dit gebied waren die geheimzinnige stromingen in het Russische volksleven, waarvan de oorzaken en de betekenis voor tijdgenoten onverklaarbaar zijn, sterker en duidelijker merkbaar dan ergens anders.[2]
     Bomans is tegenwoordig zo goed als vergeten. Hij kreeg nooit een literaire prijs, maakte zelden iets af en heeft nooit een oorspronkelijke roman geschreven. De spankracht van zijn ideeën beperkte zich tot korte verhalen, sprookjes en, later in zijn leven, interviews. Vooral over het teloor gegane katholieke volksleven dat hem zijn leven lang heeft getekend.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    Geert Poorthuis
    “Plagiaatroman Godfried Bomans afgestoft” (17/02/2013), HP de Tijd