• vo·gel·be·scher·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelbescherming vogelbeschermingen
verkleinwoord

de vogelbeschermingv

  1. het streven om vogels te beschermen of hun welzijn te waarborgen
  2. organisatie die probeert om vogels te beschermen of hun welzijn te waarborgen
     De Waddenvereniging, Natuurmonumenten en de Vogelbescherming willen dat minister Eric Wiebes (Economische Zaken) een stokje steekt voor de aanstaande start van een nieuwe zoutwinning uit de bodem van de Waddenzee.[2]
     De Vlinderstichting, Natuurmonumenten, EIS kenniscentrum Insecten, Landschappen NL, Vogelbescherming Nederland en Natuur & Milieu willen dat Nederland teruggrijpt naar het zogeheten ‘bijenrichtsnoer’ dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid in 2013 voorstelde voor de beoordeling van bestrijdingsmiddelen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Grote zorgen over nieuwe zoutwinning in Waddenzee” (08-09-2020), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Vlinderstichting: niet alleen aandacht voor honingbij” (03-10-2020), Reformatorisch Dagblad