Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·bal·i·dool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetbalidool voetbalidolen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het voetbalidoolo

  1. een aanbeden voetballer
     Het Portugese voetbalidool Eusebio is maandag opnieuw opgenomen in het ziekenhuis. De 70-jarige oud-international wordt behandeld wegens een te hoge bloeddruk. De verwachting is dat hij een paar dagen moet blijven.[1]
     De boosheid over de blessure van hun voetbalidool Neymar overschaduwde de vreugde van de Brazilianen over het bereiken van de halve finales van het WK voetbal in hun eigen land.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eusebio opnieuw in ziekenhuis” (20-02-2012), Tubantia
  2.   Weblink bron “Boosheid in Brazilië, blessure Neymar overschaduwt vreugde” (05-07-2014), Tubantia