[3] Een vluchtheuvel.
  • vlucht·heu·vel
enkelvoud meervoud
naamwoord vluchtheuvel vluchtheuvels
verkleinwoord vluchtheuveltje vluchtheuveltjes

de vluchtheuvelm

  1. heuvel waarop men kan vluchten bij hoogwater (bijv. een terp)
  2. schuilplaats in het algemeen
  3. (verkeer) verhoogd weggedeelte waar voetgangers tijdelijk kunnen wachten bij het oversteken.


98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be