• vloe·kend
vervoeging van: vloeken
verbogen vorm: vloekende

vloekend

  1. onvoltooid deelwoord van vloeken
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vloekend vloekender vloekendst
verbogen vloekende vloekendere vloekendste
partitief vloekends vloekenders -

vloekend

  1. bezig zijnd met het gebruiken van scheldwoorden
    • Het eerste type pestkop is overduidelijk: een schreeuwende, vloekende, boze bullebak. Dit type pestkop schopt het liefst een scène om niet alleen zijn doelwit maar ook al hun collega’s angst aan te jagen. Die collega’s durven er vervolgens niets van te zeggen, bang dat zij als volgende aan de beurt zijn. [1] 
    • Volgens sommigen zou Crowe vloekend en tierend het pand hebben verlaten, maar dat werd later door zijn woordvoerder tegengesproken. ,,Russel sloeg niet door, er was geen sprake van een vloekende tirade, Hij heeft simpelweg besloten het interview niet door te laten gaan na de introductie van de tv-host.” [2] 
     Vloekend dat ik weer in zo’n onaangename situatie was verzeild, daalde ik strompelend hetzelfde pad af dat ik een uur geleden had beklommen.[3]
  2. van twee kleuren dat ze niet bij elkaar passen



  1. Tubantia Priscilla van Agteren 15-04-19 Dit zijn de vier types pestkoppen op werk - en zo pak je ze aan
  2. Tubantia 05-07-19 Russel Crowe weigert interview na introductie
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers