Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·tuig·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegtuigstoel vliegtuigstoelen
verkleinwoord vliegtuigstoeltje vliegtuigstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de vliegtuigstoelm

  1. een comfortabele stoel met een hoge rugleuning zoals men die in vliegtuigen, treinen en touringcars kan vinden
    • Het was een hele belevenis om in de jaren 1970 voor het eerst in de trein vliegtuigstoelen aan te treffen. 
  2. zitplaats in een vliegtuig
     Volgens Lufthansa wordt de A380 volgend jaar weer in gebruik genomen vanwege de grote vraag naar vliegtuigstoelen. Verder spelen vertragingen bij de levering van andere toestellen ook een rol, aldus de Duitse luchtvaartmaatschappij .[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ook Lufthansa stoft superjumbo A380 weer af door grote vraag naar stoelen” (27 juni 2022), NU.nl