vleugelwanden bij sluis Asperen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vleu·gel·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleugelwand vleugelwanden
verkleinwoord vleugelwandtje vleugelwandtjes

Zelfstandig naamwoord

de vleugelwandm

  1. (waterbeheer) wand die niet evenwijdig aan (bijv. de sluisas) loopt, maar onder een kleine hoek
     Inmiddels is een gedeelte van de damwand geheid en is de vloer van een vleugelwand gestort.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron Volkerak - derde sluis met overbrugging en inlaat- en jachtensluis (1 februari 1973) in: Driemaandelijks bericht Deltawerken, jrg. nr., blz. 54 (164)