• wand
enkelvoud meervoud
naamwoord wand wanden
verkleinwoord wandje wandjes

de wandm [3]

  1. een verticale afscheiding tussen twee vertrekken in een woonlaag van een gebouw
    • Je kunt deze wand beter een lichtere kleur geven. 
  2. meer algemeen: verticaal oprijzend vlak (-> bergwand)
  3. nog algemener: omsluiting (-> celwand)
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
wand wands

wand

  1. (magie) toverstaf, toverstokje
  1. wand, Online Etymology Dictionary