visluizen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- vis·lui·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visluizen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de visluizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord visluis
- meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Branchiura een kleine, gespecialiseerde onderklasse van parasitaire kreeftachtigen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] Japanse visluis, karperluis
- [2] reuzenkieuwworm
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'visluizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.