Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • vis·kraai
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord viskraai viskraaien
verkleinwoord viskraaitje viskraaitjes

Zelfstandig naamwoord

de viskraaiv / m

  1. (zangvogels) Corvus ossifragus   een vogel uit de familie van de kraaiachtigen. Deze soort komt voor in het oosten en zuidoosten van de Verenigde Staten, met name van New England   tot zuidelijk Texas
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie