virologisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: virologisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vi·ro·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | virologisch | virologischer | |
verbogen | virologische | virologischere | |
partitief | virologisch | virologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
virologisch
- betrekking hebbend op de virologie
Gangbaarheid
- Het woord virologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.