violenbed
- vi·o·len·bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | violenbed | violenbedden |
verkleinwoord | violenbedje | violenbedjes |
het violenbed o
- stuk aarde waarin viooltjes zijn geplant; bed violen
- Dus ren je met natte haren naakt naar beneden om erachter te komen dat er net 15 kg wegende peuter van 1,5 meter hoogte op je nieuwe violenbed is beland. [2]
- Het woord 'violenbed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "violenbed" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 08 jul. 2015 Kun je een kind alleen laten?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be