vijfhonderdenvijfenveertig

Nederlands

0	5	4	5

vijfhonderdenvijfenveertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  vijfhonderdenvijfenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌvɛifhɔndərtɛnˈvɛifənˌfertəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• vijf·hon·derd·en·vijf·en·veer·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  vijfhonderd ht,   en vw  en  vijfenveertig ht 

Hoofdtelwoord

vijfhonderdenvijfenveertig

1. "545", langere vorm van vijfhonderdvijfenveertig, vijfhonderd plus vijfenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft vijfhonderdenvijfenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vijfhonderdenvijfenveertig. 

Synoniemen

• vijfhonderdvijfenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vijfhonderdenvijfenveertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• vijfhonderdenvijfenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "vijfhonderdenvijfenveertig" ht als linkerdeel

• vijfhonderdenvijfenveertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'vijfhonderdenvijfenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.