vijfentwintigjarig
- Geluid: vijfentwintigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛifənˌtwɪntəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- vijf·en·twin·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van vijfentwintig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | vijfentwintigjarig |
verbogen | vijfentwintigjarige |
partitief | vijfentwintigjarigs |
vijfentwintigjarig
- 25 jaren durend
- Gedurende dit vijfentwintigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 25 jaar
- Bij de brand viel helaas een vijfentwintigjarig slachtoffer.
- Het woord vijfentwintigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.