vijfentwintigjarige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vijfentwintigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛifənˌtwɪntəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- vijf·en·twin·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- bn: vijfentwintigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van vijfentwintigjarig bn met het achtervoegsel -e
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
vijfentwintigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van vijfentwintigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een vijfentwintigjarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijfentwintigjarige | vijfentwintigjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 25 jaar oud is of iets dat 25 jaar bestaat
- De vijfentwintigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord vijfentwintigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.