vierentwintighoek
- vier·en·twin·tig·hoek
- samenstelling van vierentwintig en hoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierentwintighoek | vierentwintighoeken |
verkleinwoord | vierentwintighoekje | vierentwintighoekjes |
de vierentwintighoek m
- (wiskunde) meetkundige figuur met vierentwintig hoeken
- Het woord 'vierentwintighoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.