vierentachtigjarig
- Geluid: vierentachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirənˌtɑxtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- vier·en·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van vierentachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | vierentachtigjarig |
verbogen | vierentachtigjarige |
partitief | vierentachtigjarigs |
vierentachtigjarig
- 84 jaren durend
- Gedurende dit vierentachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 84 jaar
- Bij de brand viel helaas een vierentachtigjarig slachtoffer.
- Het woord 'vierentachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.