vetweiden
- vet·wei·den
vetweiden [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vetweiden |
vetweidde |
gevetweid |
zwak -d | volledig |
- (veeteelt) vetmesten van vee door het te laten grazen op een wei
1. vetmesten van vee door het te laten grazen op een wei
- Het woord vetweiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vetweiden" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ vetweiden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be