Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·nuwd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verzenuwd verzenuwder verzenuwdst
verbogen verzenuwde verzenuwdere verzenuwdste
partitief verzenuwds verzenuwders -

Bijvoeglijk naamwoord

verzenuwd [1]

  1. 'overspannen, gestrest, zenuwachtig, gespannen
     Als je elk gezondheidsadvies zou opvolgen, zou je al snel als een verzenuwd wrak niet meer aan je werk, kinderen en leven toekomen. Lees onderstaaand pleidooi van Ella Vermeulen voor wat minder stress en wat meer genieten.[2]
     “Mrs. Robinson, you’re trying to seduce me, aren’t you?” stamelt de verzenuwde Hoffman wanneer zij uit haar jurkje is geschoten en haar glimmend zwart bekouste been voor zijn neus op en neer zwaait.[3]

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Zullen we weer gaan genieten?” (22 sep. 2017), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “De jacht op de toyboy” (14/07/2010), HP de Tijd
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be