verzekeringsstelsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ze·ke·rings·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzekeringsstelsel verzekeringsstelsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het verzekeringsstelselo

  1. (economie) systeem van elkaar aanvullende verzekeringen
     Net als in 2008 en 2016 is gezondheidszorg een belangrijk thema in de Amerikaanse verkiezingscampagnes. Trump claimt opnieuw dat hij het verzekeringsstelsel van Obama zal vervangen, terwijl Biden hem de ruim 210.000 coronadoden verwijt. Volgens het Pew Research Center is gezondheidszorg voor kiezers de op één na belangrijkste kwestie in de verkiezingen, na de economie.[2]
     Het praktijkvoorbeeld, afkomstig van letselschadebureau Kloppenburg, staat niet op zich. Door de snel stijgende verkoop van elektrische bezorgfietsen komt een hiaat aan het licht in het verzekeringsstelsel.[3]
     Omtzigt wijst op het gevaar van grote fusies als je pensioenfondsen als een financiële instelling gaat zien. "Eigenlijk wil de Commissie grote, transnationale pensioenfondsen creëren, maar ik zie daar het doel niet van omdat het pensioen onderdeel is van je arbeidscontract. Dan ga je naar een soort verzekeringsstelsel toe. Een soort Frans stelsel waar iedereen een verzekeringspolis heeft. Wij hebben zelf in Nederland slechte ervaringen met verzekeringspolissen en pensioenen. Dit tast de kern van het stelsel aan en ons pensioenstelsel zou vergaand aangepast moeten worden. Terwijl wij de grootste pensioenspaarpot van Europa hebben."[4]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Wouter Hoogland
    “'Het zit in de aard van Amerikanen om bang te zijn voor zorgkosten'” (Zondag 11 oktober 2020, 19:58), NOS
  3.   Weblink bron “Probleem bij aansprakelijkheid zakelijke e-bike: 'Ondernemer moet het zelf regelen'” (Donderdag 23 juli 2020, 10:14), NOS
  4.   Weblink bron “"Geen bemoeienis EU pensioenen"” (Dinsdag 13 mei 2014, 09:36), NOS