Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·voers·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervoerskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vervoerskostenmv

  1. geld dat men moet betalen om iets of iemand van de ene naar de andere plaats te vervoeren
     Voor mensen die dagbesteding of behandeling krijgen via de AWBZ, bestaat ook een vergoeding voor het vervoer van en naar de locatie als dat medisch noodzakelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand in een rolstoel zit of niet zelfstandig kan reizen. De vervoerskosten zijn onderdeel van het totaalbedrag dat de zorgaanbieder per cliënt krijgt.[1]
     De Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) schaart zich achter het pleidooi van KS. Voorzitter Van Haaren-Koopman vreest dat de plannen schadelijk zijn voor de bereikbaarheid van het achterland. De NVB verwacht dat goederen later in de havens aan zullen komen en vervoerskosten zullen stijgen. "Vanwege deze kostenstijging zal mogelijk een verschuiving van water- naar wegtransport ontstaan", aldus Van Haaren-Koopman.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “De bezuiniging” (Dinsdag 17 juli 2012, 20:26), NOS
  2.   Weblink bron “Binnenvaartschippers maken zich zorgen” (Maandag 24 juni 2013, 13:18), NOS