vertrouwensman
- ver·trou·wens·man
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘iemand die in vertrouwen als tussenpersoon optreedt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1909 [1]
- samenstelling van vertrouwen zn en man zn met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertrouwensman | vertrouwenslieden vertrouwenslui vertrouwensmannen |
verkleinwoord | vertrouwensmannetje | vertrouwensmannetjes |
- man die in vertrouwen als tussenpersoon optreedt
- Het woord vertrouwensman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vertrouwensman" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vertrouwensman op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).