vertelperspectief

  • ver·tel·per·spec·tief
enkelvoud meervoud
naamwoord vertelperspectief vertelperspectieven
verkleinwoord - -

het vertelperspectiefo

  1. (letterkunde) gekozen punt van waarneming van waaruit de gebeurtenissen in een verhaal aan de lezer worden meegedeeld
     U schreef eens dat u bij elke roman opnieuw experimenteert met het vertelperspectief, maar dat u onveranderlijk uitkomt bij de meest traditionele: de derde persoon, de verleden tijd. ‘Swing Time’ wordt helemaal verteld vanuit één naamloze ik-persoon. Waarom brak u met uw eigen traditie?
    "Een alwetende verteller is geruststellend voor een lezer: hij klinkt ergens uit een wolk en lijkt alles over iedereen te weten. Een ik-verteller is veel minder alwetend en betrouwbaar."
    [1]
  1.   Weblink bron
    Niña Weijers
    “‘Onze oorlogen werden geëxporteerd. Nu komt het thuis’” (17 november 2016) op nrc.nl