• ver·strooi·end
vervoeging van: verstrooien
verbogen vorm: verstrooiende

verstrooiend

  1. onvoltooid deelwoord van verstrooien
stellend
onverbogen verstrooiend
verbogen verstrooiende
partitief verstrooiends

verstrooiend

  1. gericht op het vermaken van mensen
    • Op maandag en dinsdag kies ik meestal voor een van de vele podcasts die terugblikken op het voetbalweekend. Die van mijn collega’s van het AD bijvoorbeeld, of de verstrooiende zin en onzin van Neutrale Kijkers. In de file heb je alle tijd, dus vaak pik ik ook nog Football Weekly (Engels voetbal) en Schlusskonferenz (Duits voetbal) mee. [1] 
    • Dergelijke verstrooiende lectuur werd op grote schaal aan de man gebracht in een tijdperk waarin het medium televisie nog in de kinderschoenen stond. [2] 
    • Op feestjes en andere verstrooiende gebeurtenissen werden relaties uitgenodigd geweren en andere wapens uit te zoeken, alsof men op hertenjacht ging. [3] 



  1. Tubantia Chris van Mersbergen > 05-02-19, Dit is waarom podcasts verslavender zijn dan de radio
  2. HP de Tijd 02/09 | 2011 Over the top in 3D
  3. HP de Tijd 30/03 | 2012 door:Max Pam De wortel van alle kwaad