verstoten
- ver·sto·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstoten |
verstootte, (archaïsch) verstiet |
verstoten |
gemengd
(archaïsch) klasse 7
|
volledig |
- overgankelijk niet langer in de omgeving dulden
- Hij had al zijn kinderen verstoten.
- Sinds haar aankomst in Canada afgelopen weekend, kreeg Rafah al een bericht van haar familie waarin staat dat ze haar onterven en verstoten. Haar vader is een Saudische gouverneur. De familie omschrijft haar als ‘labiel’. [3]
- vervoeging van verstoten: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van: | verstoten… |
geen verbogen vorm |
verstoten
- voltooid deelwoord van verstoten
- Het woord verstoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstoten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 15/01/2019 door jvt Saudische tiener: ‘Ik hoop dat mijn verhaal andere vrouwen aanmoedigt om vrij te zijn’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be