verstandigheid
- ver·stan·dig·heid
- afleiding van verstandig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verstandigheid | verstandigheden |
verkleinwoord |
- hoe slim of intelligentie iemand is
- ▸ 'Is dit,' zei mijnheer Bumble met theatrale gestrengheid, 'is dit dezelfde stem die me in het kleine kamertje een onweerstaanbare lieverd heeft genoemd? Is dit hetzelfde wezen dat toen het toonbeeld van deemoed, zachtheid en verstandigheid was?' 'Helaas wel,' antwoordde zijn wederhelft.[2]
- iets dat getuigt van goed nadenken
- Het woord verstandigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oliver Twist” (1838), ISBN 9788726116397