verso
- ver·so
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bijwoord: op de achterzijde’ voor het eerst aangetroffen in 1563 [1]
- verkorting van Latijn verso folio "met het blad omgekeerd" [2][3]
verso
- op de achterkant (van een blad)
- op de linkerpagina (in een boek bij talen die van links naar rechts geschreven worden)
- op de rechterpagina (in een boek bij talen die van rechts naar links geschreven worden)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verso | verso's |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het verso o
- achterkant van een blad
- linkerpagina in een boek (bij talen die van links naar rechts geschreven worden)
- rechterpagina in een boek (bij talen die van rechts naar links geschreven worden)
- Het woord verso staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verso" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "verso" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ verso op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /vɛʁ.sɔ/
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
verso | le verso | versos | les versos |
verso m
enkelvoud | meervoud |
---|---|
verso | versi |
verso m