verschelen
- Geluid: verschelen (hulp, bestand)
- ver·sche·len
verschelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verschelen |
verscheelde |
verscheeld |
zwak -d | volledig |
- verschillend van elkaar zijn
- Geen wit en koolzwart kan meer onderling verschelen. [2]
- Het woord verschelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ verschelen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ (1859)–Willem Bilderdijk Op twee zeer ongelijke broeders, Zonen van een uitmuntend vader.*