verschansen
- Geluid: verschansen (hulp, bestand)
- ver·schan·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verschansen |
verschanste |
verschanst |
zwak -t | volledig |
verschansen
- wederkerend, (militair) zich ~: zijn toevlucht zoeken in een versterkte defensieve positie
- Zij verschansten zich in het fort.
- En toen zij zich weer boven de plek bevond waar De Kleine Eik stond waren allen die zich in het Marterwoud hadden verschanst onschadelijk gemaakt. Moe van het werk vloog de vlinder toen langzaam naar Perspektivum terug. [1]
- Het woord verschansen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschansen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 105
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be