• ver·schanst
  • vervoeging van verschansen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verschansen

verschanst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich verschansen
    • Jij verschanst je. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich verschansen
    • Hij verschanst zich. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zich verschansen
    • Verschanst je! 
vervoeging van: verschansen…
verbogen vorm: verschanste

verschanst

  1. voltooid deelwoord van zich verschansen