verreiken
- ver·rei·ken
verreiken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verreiken |
verreikte |
verreikt |
zwak -t | volledig |
- (juridisch) iemands schuld bewezen achten
- van macht of invloed: over een grote afstand uitstrekken
- Het woord 'verreiken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verreiken" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be