verreikt
- ver·reikt
- vervoeging van verreiken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
verreiken |
verreikt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verreiken
- Jij verreikt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verreiken
- Hij verreikt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verreiken
- Verreikt!
vervoeging van: | verreiken… |
verbogen vorm: | verreikte |
verreikt
- voltooid deelwoord van verreiken
- Het woord 'verreikt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.