verpleeghuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·pleeg·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verpleeg en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verpleeghuis | verpleeghuizen |
verkleinwoord | verpleeghuisje | verpleeghuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het verpleeghuis o
- Een gebouw of instelling waarin chronisch zieke patiënten, die afhankelijk zijn van zorg, verpleegd kunnen worden. In een verzorgingshuis zijn mensen minder afhankelijk van zorg.
- Het is meetal geen pretje als je in een verpleeghuis moet worden opgenomen hoe goed ze ook voor je zorgen.
Gangbaarheid
- Het woord verpleeghuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verpleeghuis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be