verouderingsziekte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ou·de·rings·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verouderingsziekte verouderingsziektes
verouderingsziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verouderingsziektev

  1. (medisch) ziekte waarbij iemand veel sneller verouderd dan normaal
     Hij ziet er uit alsof hij tachtig is, maar in werkelijkheid is Bayezid Hossain slechts vier jaar oud. De kleuter lijdt meer dan waarschijnlijk aan progeria, een zeldzame verouderingsziekte.[1]
  2. (medisch) ziekten die ontstaan door het ouder worden
     Het is al langer bekend dat een kortere telomeerlengte verband houdt met een hoger risico op kanker en hart- en vaatziekten en verouderingsziekten. Hoe langer de telomeer, hoe langer de bescherming tegen veroudering. In sperma worden de telomeren met de tijd juist langer, waardoor kinderen van oudere vaders beter beschermd zijn tegen ouderdomsverschijnselen.[2]
     „De meest recente verouderingstheorie is die van het wegwerplichaam. Wij leven lang genoeg genoeg om ons voort te planten en kinderen groot te brengen, zeg zestig jaar. De rest is reservetijd die gepaard gaat met verouderingsziekten. Onze verpakking gaat stuk, de herstelfunctie neemt af.”[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Sven Van Malderen
    “4-jarige kan niet naar school omdat kinderen bang voor hem zijn” (01-08-2016), Tubantia
  2.   Weblink bron
    MARGO STOLS
    “Oudere vader” (08 nov. 2012), De Telegraaf
  3.   Weblink bron
    MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL
    “Wetenschapper onthult waarom sommige dieren zo lang leven” (04 sep. 2019), De Telegraaf