verlovingsdag
- ver·lo·vings·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verlovingsdag | verlovingsdagen |
verkleinwoord |
- de dag dat een verloving plaatsvindt of heeft plaatsgevonden
- ▸ Zoals Adèle en Pieter zich verloofden op de verlovingsdag van haar ouders, zo wilden ze ook trouwen op hun trouwdag.[2]
- Het woord verlovingsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Fortuna's kinderen” (2021), Hollands diep, ISBN 9789048858972