verloederen
- Geluid: verloederen (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈludərə(n)/
- ver·loe·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verloederen |
verloederde |
verloederd |
zwak -d | volledig |
verloederen
- ergatief te gronde gaan
- Die stad was helemaal verloederd.
1. te gronde gaan
- Het woord verloederen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verloederen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be