• ver·lan·ge·loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verlangeloos verlangelozer verlangeloost
verbogen verlangeloze verlangelozere verlangelooste
partitief verlangeloos verlangelozers -

verlangeloos

  1. zonder te verlangen
    • Nadat onze grootste wens vervult is zijn we maar eventjes verlangeloos, want daarna hebben we weer een nieuw verlangen.