• ver·koop·af·de·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord verkoopafdeling verkoopafdelingen
verkleinwoord verkoopafdelinkje verkoopafdelinkjes

de verkoopafdelingv [1]

  1. deel van een bedrijf dat de verkoop van goederen en producten verzorgt
     Niemand anders van de verkoopafdeling hoefde erbij betrokken te raken.[2]
     Terwijl ik weer naar de verkoopafdeling loop, blijf ik verrast staan.[3]
  2. ruimte waarin de verkoop van goederen en producten plaatsvindt
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Uit kille berekening” (1995), Van Holkema & Warendorf  , ISBN 9026973144
  3. “Shopaholic zegt ja” (2019), The House of Books, ISBN 9789044346176