• ver·kocht
  • vervoeging van verkopen: voltooid deelwoord
vervoeging van
verkopen

verkocht

  1. enkelvoud verleden tijd van verkopen
    • Ik verkocht. 
    • Jij verkocht. 
    • Hij, zij, het verkocht. 
vervoeging van: verkopen…
verbogen vorm: verkochte

verkocht

  1. voltooid deelwoord van verkopen
  2. vormt de lijdende vorm
    • De auto wordt verkocht. 
     Spullen die niet kunnen worden verkocht, worden uit elkaar gehaald. Äls er bijvoorbeeld hout in een product zit, halen we dat eruit en kan het weer voor iets anders worden gebruikt."De producten die niet recyclebaar zijn, gaan naar de verbrandingsoven. Vorig jaar is er twee procent minder vernietigd.[1]
  3. vormt de voltooide tijden
    • Ik heb de auto nog niet verkocht. 
     Ik ben eigenlijk loodgieter en heb al mijn gereedschap en mijn bestelbus verkocht, waarvan ik deze twee paarden heb gekocht voor 2500 dollar per stuk.[2]
  4. vormt een ergatieve constructie met het hulpwerkwoord raken
    • Het huis raakte maar niet verkocht. 
  5. attributief gebruikt dat wat verkocht is
    • De verkochte auto werd die middag opgehaald. 
  6. partitief gebruikt (zeldzaam)
    • In gedecoreerden (ik bedoel naruurlijk zij die hun decoratiën dragen) is iets verkochts en iets dierlijks.[3] 
  7. bijwoordelijk gebruikt
    • Verkocht en verraden, restte hem weinig anders dan zich in zijn lot te berusten. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1.   Weblink bron “Minder kleding bij de kringloop door slechte kwaliteit fast fashion” (15-10-2024), NOS
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. De vrije gedachte: tijdschrift op onbepaalde tijden. Volume 2 blz 179 1872
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be