In de 19de eeuw viel Heine als geen ander op met zijn frisse, persoonlijke taal, waarmee hij het banale met het verhevene verenigde. Daarnaast stak hij de draak met zowel de romantiek als met de groten van zijn tijd. En ook de gezeten burgerij en het slaafse gewone volk konden rekenen op zijn spotzucht. [1]
Haar vorige, July (2014), kreeg al veel weerklank, de nieuwste, Strangers, is nog verfijnder. Dankzij de slaperigheid in haar stem, herinnerend aan de zang van Lana Del Rey, is de sfeer licht decadent, en tegelijk verheven. Dat verhevene ontstaat door de instrumentaties die net als haar stem, gedrenkt zijn in galm. Prachtige nummers als ‘Janie In Love’ en ‘Divers Of The Dust’ hebben langzame melodieën met onnadrukkelijke wendingen. Nadler zingt met zichzelf en zorgt voor een smeulende schoonheid. [2]
Je kunt je afvragen of Castellucci niet is doorgeschoten in zijn hermeneutische dadendrang. Door alle ingrepen is de opera voor niet-ingewijden nauwelijks nog te volgen. Bovendien: waar Mozarts origineel betovert door een veelkleurige mengelmoes van het banale en het verhevene, sprookjesmagie en mystiek, daar rest bij Castellucci een nogal eendimensionale moraliteit. [3]